Een beetje afleiding

Waar TroostTV op allerlei manieren ons aangeboden wordt, T-shirts met hartjes, beren voor de ramen, en challenges die zich nog sneller verspreiden als de gemiddelde corona kan je wel zeggen dat we een beetje afleiding zoeken.

Dan denk ik, nostalgisch als ik ben, hoe deden we dat vroeger? Wanneer we bijvoorbeeld op vakantie gingen! In een tijd dat de vliegreizen nog onbetaalbaar waren en je nog een douane had. Dat Oosterrijk voor je gevoel nog in Australië lag? Zo ver weg.

Nu hadden mijn ouders sowieso twee challenges. Dat waren mijn zus en ik. Want wij moesten ook mee. Hoe vervelend ze dat ook vonden. Zeur en Klaag achterin de auto. Hadden ze destijds de kennis van nu, dan hadden ze gewoon twee knuffels tegen de achterste autoruiten geplakt en ons in de knuffelkist op zolder. Met berenjacht maak je immers ook kinderen blij.

Afijn, de familie Ziet op vakantie in de jaren 80. De auto nog voller gepakt dan een Turks gezin op weg in een stationwagen naar de familie ten oosten van Ankara. Nee, dat is geen discriminatie… dat is een Opel Rekord. Onze auto dusdanig volgepakt dat menig coronahamsteraar spontaan op de knieën zou vallen en ons aanbidden. Mijn zus en ik moesten er ook nog in.

Mijn zus werd rechts van een grote boodschappentas neergezet en ik links. Met 5 kilo aan Donald Ducks om te lezen tot aan Oostenrijk.

Daar zaten we dan in onze Mazda. De achterwielen ver naar beneden gezakt, vouwwagen aan de trekhaak en mijn moeder opgevouwen naast mijn vader. De buurt keek met ingehouden adem toe hoe we wegreden. Eigenlijk waren we de uitvinders van “Ik Vertrek”.

Stem Ik Vertrek: ‘De Familie Ziet is op weg naar Oostenrijk, alwaar zij een camping gaan terroriseren met kaas, hagelslag en 20 kilo gehakt, omdat de vader bang is dat ze daar geen koeien kennen. Wij volgen het gezin de komende dagen op dit bijzondere avontuur…’

Het avontuur stopte al bij de hoek van de straat, waar mijn vader hoorde dat de vouwwagen toch niet zo vast zat als hij even daarvoor zelfverzekerd had vermeld. Die eenmaal vast, reden we de wijk uit. En stopten weer. Mijn moeder twijfelde of de strijkijzer wel uitstond. Mijn vader kon op dat moment nog geduldig zijn en vroeg kalm waarom in Godsnaam een strijkbout zou aanstaan? Mijn ma staarde dan een beetje beledigd terug. Je kon toch niet weten? Mijn vader weigerde terug te rijden. Niet alleen om niet voor lul te staan voor de hele straat, maar ook omdat hij al genoeg ellende had met rechtuit rijden met zo’n verrekte vouwwagen.

Uiteindelijk bereikten we dan de grens. Van Almelo naar de grens is het ongeveer een half uurtje rijden. Mocht er nog een challenge bedacht moeten worden hoeveel dingen iemand in dertig minuten kan noemen die eventueel nog aanstaan in huis? Dan had mijn moeder zeker weten gewonnen!

Nu moet ik even wat vertellen over het uiterlijk van mijn vader destijds. Hij had dik zwart krullend haar, werd van de wind al donkerbruin en een snor die je tegenwoordig alleen nog maar op foute videobanden ziet. Neem daarbij een overgepakte Mazda en voilà. Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om te erachter te komen dat dit voldoende ingrediënten zijn om door een gemiddelde Duitse douanier aangehouden te worden. Terwijl mijn pa bij de grens in zijn beste steenkolen Duits probeerde uit te leggen dat we gewoon op vakantie gingen, riep ik heel lollig: ‘Hé Achmed, kom je nou?’ tegen mijn vader. Eerste draai om de oren te pakken voor de vakantie.

Uiteindelijk na een klein half uurtje mochten we doorrijden. Je begint waarschijnlijk al te snappen waarom voor mijn gevoel Oostenrijk in Australië lag. Zo lang duurde de reis wel. Want ik ga je nog niet eens vervelen met de klassiekers als je vrouw laten kaartlezen en je man laten tanken met een vouwwagen. Ik denk dat het voldoende is om te melden dat het onze reis aardig verlengt heeft.

Bij het Ruhrgebied aangekomen was ik door mijn 5 kilo Donald Ducks en mijn zus was al twee keer misselijk geweest. Dan maar ruzie met elkaar maken. Afgewisseld met een “Ik moet plassen”, “Ik ben misselijk” of een “Zijn we er al?” Mijn ouders begonnen steeds beter te begrijpen waarom anticonceptiemiddelen bedacht zijn. Volgens mij overwoog mijn vader met terugwerkende kracht nog heel even een abortus ter plekke, maar dat lukte niet in een overvolle auto.

Daarna gingen we gezellig ergens langs de snelweg even lunchen. Gezellig was dan de bedoeling. Mijn zus en ik hadden het ook wel gezellig. Mijn ouders wat minder. Mijn vader nog steeds boos op mijn moeder dat ze tot drie keer toe een afslag had gemist op de kaart en mijn moeder boos omdat ze het al honderd keer wél gezegd had… zij het heel zachtjes binnensmonds. Maar dat maakt niet uit!

En zo reden wij. Met ons vieren in quarantaine. Een dikke dag lang. Niet alleen met stress, maar ook met leuke woordspelletjes, raadsels, liedjes, mama en papa plagen en de inmiddels legendarische hitsingle van mijn zus en mij: Mais, mais, mais, mais, mais!

Aangekomen bij de camping, was mijn vader kapot! Hij zei wel van niet, maar zelfs het bruine liep als verf bleek weg onder zijn snor. Mijn moeder net zo stuk. Mijn zus en ik? Wij wilden zwemmen, lezen, nog meer spelletjes, eten, badmintonnen. Als twee uitgeknepen dweilen keken mijn ouders ons aan. Mijn vader wierp ons een leeg luchtbed. ‘Opblazen en veel plezier in het meer,’ riep hij. Vervolgens trok hij de vouwwagen half uit, pakte een kussen, verdween in een helft van de vouwwagen en we zagen hem vervolgens het eerste uur niet weer.

Wanneer ik mijn ouders nu zou vragen naar de crisis met corona en het zoveel mogelijk thuis zitten, dan weet ik zeker dat ze hun schouders ophalen.

‘Ach, we hebben al zoveel vakanties met de auto overleefd. Dan is zo’n coronaatje appeltje, eitje!’

 

Tentijde van corona houden we van afleiding, daarom speciaal voor jullie lees ik deze column ook voor!

 

Reacties

    1. Bericht
      Auteur

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.