Rookworst

Even een vraagje aan de mannen in de klas. Wie van jullie gaat spontaan vrijwillig mee winkelen met zijn eega? Oké, nu een eerlijk antwoord graag. Duidelijk. Wie van jullie gaat eigenlijk nog liever dat verwaarloosde schuurtje schuren en schilderen in bloedhete zon?
Juist. Bijna iedereen.
Wat is dat toch? Mannen en winkelen? Waarom krijgt de vrouw ze met moeite mee? Is het de ogenschijnlijke besluiteloosheid? De halve marathon die door de stad afgelegd moet worden om vervolgens bij de allereerste winkel toch daar die paar sokken te kopen? Is het de portemonnee die ernstig leeg is aan het einde van de dag? Het oeverloze wachten? Of een mix van al deze ellende? Ik vermoed het laatste.

Als jochie moest ik altijd met mijn moeder mee kleding kopen. Ik wilde niet, maar ik had geen eigen wil volgens mijn moeder dus werd ik meegesleurd in de hel die onder andere C&A heet. Omdat mijn moeder het ook wel een beetje gênant vond om een kind aan haar zijde te hebben die zo uit de ‘walking death’ geplukt leek, beloofde ze mij altijd een halve rookworst van de Hema. Hongerhals als ik was… ben… was… ben… afijn, deze omkoperij werkte. Elk ellendig, lang, eindeloos, dramatisch winkelmoment weer. Hoe naïef kan je
dan zijn als kind hè?

Naast de rookworst was het hoogtepunt van zo’n helletocht de pashokjes van de C&A. Daar mocht je wel naar binnen, maar alleen als je een vaag geel plastieken kaart had. Waarin allerlei cryptische laagjes en vierkantjes gezaagd waren. Ik fantaseerde altijd dat het een boodschap uit de ruimte was en ik als Mulder en Scully tegelijk deze boodschap gezonden door aliens probeerde te ontrafelen. Dit eindigde altijd in dat er een hele grote alien in een te krappe spijkerbroek de kleedkamer uitkwam. Mijn moeder.
‘Staat dit?’
‘Krijg ik hierna de rookworst?’
‘Ja.’
‘Het staat je geweldig!’
‘Leugenaar!’

En zo zwoegde de klok nog een uur verder. Drie bloesjes, twee broeken en twee blauwe fluwelen ribbroeken verder, verlieten we de hel… C&A! Die twee blauwe ribbroeken waren overigens voor mij. Volgens mijn moeder was dat mode. Volgens mijn klasgenoten liep ik totaal voor lul. Ergens waren mijn klasgenoten overtuigender. Ik heb toen maar besloten alternatief te worden. De kleding had ik nu toch al. Uiteindelijk, na wat aanvoelde als een hele week op visite bij je saaiste oom en tante, kreeg je eindelijk die rookworst. De beroemde rookworst van de Hema. Zo’n dikke, zoute, lekkere vette worst met een kunstvelletje. Waarvan je het vet ‘per ongeluk’ op je ribfluwelen broek liet druppelen.

Ergens in de kindertijd gaat het al mis in de winkelevolutie van de man. Dus dames, wanneer een man voetbal verkiest in plaats van een avondje romantisch om de tafel met een kaarsje en wijntje, bedenk dan, voor dat je hier over moeilijk gaat doen, dat hij hoogstwaarschijnlijk die dag of weekend al met jullie kilometers heeft meegelopen als een koelie. Jouw tassen vasthoudend en overal braaf bij elke wachtkamer wezenloos voor zich uit heeft zitten staren. Dan is dat avondje voetbal toch wel een behoorlijk voordelige rookworst. Toch?

Reacties

    1. Bericht
      Auteur
    1. Bericht
      Auteur
    1. Bericht
      Auteur
  1. Arnoud

    Ik constateer dat er toch steeds meer kledingwinkels zijn die rekening houden met de man. Ze hebben op z’n minst een paar stoelen bij de pashokjes staan, maar vaak ook zitjes met tafel, thee, koekjes en tijdschriften. Het enige wat je hoeft te doen is bewaken dat vrouwlief zich niet nóg meer kleding laat aanpraten door de verkoopster. Want je bent anders zó 500 euro armer.

    1. Bericht
      Auteur

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.