Collecte perikelen

Collectes. Ik heb er helemaal niets op tegen. Stichtingen, organisaties die zich inzetten voor onderzoeken, medicijnen voor ziektes, ik begrijp ze wel. Ze hebben geld nodig. Alleen tegenwoordig lijkt er een heuse wildgroei te zijn aan deze instanties.

Waar je een twintig jaar geleden nog een overzichtelijk geheel had van collectanten, de ene week kwam de Zonnebloem, de andere week Reuma-fonds enzovoorts, lijken er de laatste jaren allerlei afsplitsingen, splintergroeperingen en weet ik allemaal wat voor wazige stichtingen bij zijn gekomen. Wat dat betreft lijkt het net politiek Den Haag.

Nogmaals, ik heb niks tegen goede doelen, mijn zoon is gehandicapt, dus ik besef heel goed dat ze erg nodig zijn. Maar ik heb wel iets tegen de toegenomen volume en de vasthoudendheid van sommige collectantes. Valt me namelijk op dat het vaak vrouwen zijn. Kan ook mijn troebele brein zijn dat dit denkt, maar het volgende is allemaal écht gebeurd in een week tijd.

Op een mooie maandag in de vooravond, stond ik samen met mijn zoon onder de douche. Hij was nogal zwart van zand thuis gekomen, dus er moest flink geschrobd worden.

De deurbel

Shit! Nu?

Eerst dacht ik nog van ach die gaan wel weg. Maar helaas.

Weer de deurbel.

Oké, oké, waarschijnlijk een van de buren. Vlug schoot ik nat en al in een trainingsbroek en verder niets en instrueerde mijn zoon te blijven staan waar hij was. Hij wil nogal eens achter mij aan rennen en dat zou wel een heel koddig gezicht worden bij de deur. Haast was dus geboden.

Ik rende naar beneden en zwieperde de deur open in de veronderstelling mijn buurman te zien.

‘Goedemiddag. Collecte!’

Een vriendelijke glimlachende vrouw stond voor mij met een groene bus te zwaaien. Haar lach werd nog vriendelijker toen ze doorkreeg hoe ik er bij stond.

Nogal ongemakkelijk probeerde ik vriendelijk terug te lachen naar het rood geworden gezicht en haar grote pretoogjes.

‘Het komt… eh… nog al slecht uit. Ziet u,’ ik wees nog al schuchter naar boven waar de spettergeluiden vandaan kwamen, ‘Ik sta onder de douche met mijn zoon, dus moet snel eh…’

‘Ik zie het!’ floepte ze er met een alles zeggende grijns uit.

‘Kunt u later misschien even terug komen?’

Dat kon ze.

Eigenlijk ging ik er vanuit dat de vriendelijke collectante helemaal niet meer zou terugkomen. Na een dergelijk ongemakkelijke situatie, zou zij ook wel inzien dat ik wel andere prioriteiten had. Namelijk mijn zoon. Maar nee. Ze kwam doodleuk een uurtje later terug.

Ik opende de deur en daar stond ze. Lichtelijk teleurgesteld dat ik aangekleed was, maar ach er kwam in elk geval geld in haar bus.

Net als elke Nederlander geef ik graag hoor, maar soms komt het even niet uit.

Donderdag. En dit is echt waar. Voordat ik voor krent wordt uitgemaakt. Ik had boodschappen gedaan en geen cent meer in de knip. Ik ruimde net de laatste boodschappen weg en ja hoor.

Ding dong!

‘Ja!’ Gooide ik er iets onvriendelijker uit dan bedoeld bij het openen van de deur.

‘Collecte!’

Alweer?

Mijn gezicht verraadde alles.

‘Kom ik ongelegen?’ Vroeg ze.

Ja, eigenlijk wel.

‘Nee, hoor.’ Glimlachte ik geforceerd. ‘Het is alleen zo, dat ik geen geld op zak heb.’ Hakkelde ik er vriendelijk uit.

‘Ach, wat vervelend. Kunt u anders niet even pinnen?’

‘Wablief?’

‘Kunt anders niet pinnen?’

Haar blik van: dat doet u toch wel voor een goed doel? Raakte mijn allergie-snaar.

‘Nee mevrouw, ik ga nu niet pinnen. ‘ Ik gromde het er bijna uit.

‘Zal ik morgen anders even terugkomen? Welke tijd schikt u?’

Ja, hallo! Kun je niet gewoon verder?

‘Het spijt me, maar morgen ben ik er niet.’ Het klonk als een smoes, maar op vrijdag zou ik naar mijn vriendin toe gaan.

Haar gezicht verschoot kleur. Even meende ik iets van vinnigs te zien in haar ogen. Het was haar duidelijk. De concurrentie was haar voor geweest. Was ze nu maar op maandag of dinsdag langsgekomen. Maandag douche-dag, had ze nog mazzel gehad ook.

‘Geeft u niet aan goede doelen? U wilt niet dat kinderen een kans krijgen?’

Stichting kans voor een kind! Daar kwam ze voor! Wat een wonder dat ik hem nog weet uit al die collectes. Enfin.

‘Jawel mevrouw, ik geef heel veel om een kind. Sterker nog, ik heb een gehandicapte zoon en…’

‘Nou dan?’

Hopla, bus voor mijn neus.

‘Nou dan? Nou dan ben ik al behoorlijk bezig met een kans van een kind. Eigenlijk zou ik…’

‘Dan hebt u des te meer reden om te geven. U wilt toch ook dat uw zoon een mooie toekomst krijgt?’

Die opmerking raakte mijn emoties behoorlijk. Ik kreeg zo langzamerhand het gevoel dat collecte-organisaties collectief de jehova’s hadden ingeschakeld. Deur-dram ervaringsdeskundigen zeg maar.

‘Mevrouw!’ beet ik haar toe. ‘ík zie geen énkele reden waarom ik geld in uw bus zou moeten schuiven als…’

Ze wilde haar mond openen, maar ditmaal was ik voor.

‘Als elke cent die ik verdien voor de helft naar mijn zoon gaat. Niet door een collecte of andere inzameling actie. Nee, door mij en mij alleen! Alles om hem goed de toekomst in te krijgen. Dus alsjeblieft niet mij vertellen wat wel of niet goed voor mij of hem is.’

De collectante twijfelde even. Ze keek naar de straattegels en leek na te denken. Ondertussen voelde ik me ook wel iets schuldig over mijn uitschieter. Niet schuldig genoeg om alsnog ergens geld vandaan te toveren en te geven.

‘Oké,’ zei ze tenslotte. ‘Ik begrijp hier uit dat u niet gaat geven?’

Nog steeds dat toontje van ongeloof.

‘Nee mevrouw, ik geef voor een kans van míjn kind.’

Haar mond schoot nog één keer open, klaar voor haar verwijtende opmerking. Ik was haar wederom voor.

‘Oh, geen zorgen mevrouw, ik zal ruim geven voor de andere hulp behoevende kinderen… Ik weet zeker dat daarvoor nog wel tien collectes meer komen. Dag mevrouw!’

Ze stamelde er  een “dag meneer” uit en snel sloot ik de deur. Ik haalde een paar keer diep adem. Ik was trots op mezelf. Ook al zou de collectante mij misschien wel een grote eikel vinden, ik was indirect voor mijn zoon opgekomen. Zo voelde het. Mijn kind, mijn kans, mijn persoonlijke stichting voor het goede doel. Vanuit het hart.

Soms kun je niet meer geven, al zou je wel willen.
Soms kun je niet meer geven, al zou je wel willen.

Reacties

  1. Silke

    Leuk om te lezen. Je schrijft echt heel vlot en gedetailleerd! Eerst snapte ik wel niet echt waar je het over had, want dit soort taferelen hebben wij hier niet echt veel in België 🙂

    1. Bericht
      Auteur
  2. Ellie Schmitz

    Mooi geschreven, Michiel! Knap ook hoe je je hebt verweerd want ik begrijp, als geen ander weet jij wat te doen om een kind met beperking een goede toekomst te bieden….mevrouw was ‘een beetje dom’…

    1. Bericht
      Auteur
  3. Jaap Kroon

    Dit heb je heel goed verwoord Michiel en mooi opgeschreven. Het is ook nog eens heel herkenbaar. Ik woon op een bovenverdieping en hier gaat heel vaak de zoemer, via de intercom. Ik beken. Het is een uitkomst. Het is dan makkelijker om nee te zeggen. Ik hoef niemand aan te kijken en dat scheelt 😉

    1. Bericht
      Auteur
    1. Bericht
      Auteur
  4. Marleen

    Haha wat een leuk stuk! Erg herkenbaar….We geven al zoveel kansen aan onze eigen kinderen, ze hebben geen idee. Vaak zijn het niet eens ervaringsdeskundigen die collectanten al moet ik bekennen dat ik wel collecteer voor NSGK. Krijg je ook reacties als: wij hebben zo onze voorkeuren…! Wilde bijna terugzeggen, ja dat wij als ouders ook. Maar goed, alle kleine beetjes helpen. Maar denk dat je met jouw woorden meer hebt betekent dan die euro die je in de bus had gegooid, als je m had. Hiermee heb je haar echt aan het denken gezet! Leuk!

    1. Bericht
      Auteur
  5. Mies Huibers

    Mooi stukje. Goed partij gegeven zal ik maar zeggen. Ik had toevallig een tijdje terug ook geen muntgeld in mijn portemonnee toen een collectante aan de deur kwam.
    “Ik heb alleen een briefje van vijftig”, zei ik afwachtend wat de reactie zou zijn.
    “Dat hoeft echt niet meneer, bedankt in ieder geval en misschien volgend jaar, prettige avond.”
    Zo kan het gelukkig ook.

    1. Bericht
      Auteur
    1. Bericht
      Auteur
  6. ans

    inderdaad, mooi en goed geschreven…..en IK ben ook echt te beroerdste niet om iets te geven voor de gehandicapte kinderen , maar deze mevrouw spant écht de kroon……
    maar eens eerst op cursus ….zij was wel erg respectloos naar jou toe….en dan druk ik mij nog bescheiden uit…..

    1. Bericht
      Auteur
  7. Sandraschrijftenleest

    Zo herkenbaar, die drammerige toon van de collectant. Ik ben van mening dat ik bepaal waar mijn geld naar toe gaat. Ook vind ik het een tikkeltje ouderwets, wie heeft er tegenwoordig nog klein geld in huis in een wereld waar je overal pint?

    1. Bericht
      Auteur
  8. Lenjef

    Collecte

    alsof je enkel om het welzijn van de medemensen geeft
    als de schooiers voor goede doelen
    jouw geld in hun handen voelen
    zonder ooit te vragen of de gever zelf wel genoeg heeft

    Graag gelezen, Michiel. 🙂
    Lenjef

    1. Bericht
      Auteur
  9. shibatalk

    Ik vind collectantes steeds onbeleefder worden.
    Bij ons zijn het jongeren, en die staan gerust met z’n tweeën voor de deur met de vraag waarom je niet wilt geven. Ik geef al genoeg aan bepaalde organisaties/instanties, er is een grens.
    Daarnaast heb ik vaak ook het idee dat als ik geef aan collectes, dat het meeste naar de grote directeur gaat, zodat hij een dikke auto voor zijn deur kan parkeren. (maar misschien heb ik dit fout…?)

  10. natuurfreak

    Wat kan je de ervaringen erg plezant beschrijven .0ok ik heb heel dat collecte gedoe hervormd .Nu vindt ge misschien wat egocentrisch maar dat ben ik zeker niet.As ik las war Silke schreef gingen mijn wenkbrouwen toch omhoog.Ook in België zijn er om de haverklap collectes .Misschien is ze nooit thuis of woont in een dorp waar weinig volk langs de deur komt..Bij ons is er wat meer verandering gekomen maar de deur wordt hier ook plat gelopen en wat ik nog erger vind is dat men nu bij de bakker,beenhouwer enz. ook bussen in de winkel zet.Kom je bij de supermarkt binnen of buiten wordt je aangeklampt om te geven.Wel meestal geef ik niet meer ,ik doe vrijwilligerswerk bij het kinderbrandwondenfonds en help daar wie in de kou blijft staan met regelmatig een voedsel pakket en af en toe een extraatje.Ik weet dat het goed terecht komt.Komt men toch aan de deur en men is vriendelijk stop ik altijd nog wel wat in de bus maar geen grote bedragen.Ik help nu waar ik weet dat het erg nodig is.En zelf zorgen voor een gehandicapt kind is meer dan genoeg bijdragen aan de maatschappij.Men moest respect voor je opbrengen

  11. Cassilda

    Bijna zou je jezelf afvragen hoe de collectant zelf reageert als er voor de zoveelste keer een bedelaar des fonds voor de deur staat.
    Net zoals jij waarschijnlijk of misschien zelfs wel met veel minder geduld. Ik had er waarschijnlijk geen woorden aan vuil gemaakt. Nee is nee, anders zeg ik wel ja.

    Weer een geweldig verhaal 😀

    1. Bericht
      Auteur

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.